What Love Is
And What It Could Be
Door: Carrie JenkinsEen prettig, toegankelijk geschreven analyse van de romantische liefde door een polyamoreuze filosoof. Het is niet een boek voor elke polyamorist. Verwacht geen praktische handvatten of therapeutische inzichten. Het boek pakt wel een heleboel vooroordelen aan en geeft wel interessante achtergronden en perspectieven. Voor wie dat aanspreekt, is het zeker de moeite waard.
Jaar: 2017
Uitgever: Basic Books
ISBN: 0465098851
Volgens de flaptekst:
“What is love? Aside from being the title of many a popular love song, this is one of life’s perennial questions. In What Love Is, philosopher Carrie Jenkins offers a bold new theory on the nature of romantic love that reconciles its humanistic and scientific components. Love can be a social construct (the idea of a perfect fairy-tale romance) and a physical manifestation (those anxiety-inducing heart palpitations); we must recognize its complexities and decide for ourselves how to love. Motivated by her own polyamorous relationships, she examines the ways in which our parameters of love have recently changed—to be more accepting of homosexual, interracial, and non-monogamous relationships—and how they will continue to evolve in the future. Full of anecdotal, cultural, and scientific reflections on love, What Love Is is essential reading for anyone seeking to understand what it means to say “I love you.” Whether young or old, gay or straight, male or female, polyamorous or monogamous, this book will help each of us decide for ourselves how we choose to love.”
Liefde: product van biologie en maatschappij
Bijzonder aan What Love Is, is dat het geschreven is door een polyamoreuze filosoof. Carrie Jenkins (Canada) is geïntrigeerd in wat ‘liefde’, en meer preciezer ‘romantische liefde’ precies is en kijkt daar naar zowel als filosoof als als polyamorist. Dat perspectief is sowieso al interessant, want zelf ken ik alleen Het Monogame Drama van Simone van Saarloos als vergelijkbaar voorbeeld. De flaptekst belooft een “bold new theory on the nature of romantic love”. Dat valt me in de praktijk nogal tegen. Het boek draait om de twist of (romantische) liefde een biologisch of juist maatschappelijk fenomeen is. De stelling van Carrie Jenkins: het is allebei. Wat mij betreft is dat einig verrassend. Jenkins gebruikt de truc om de stellingen van anderen te polariseren om wat kunstmatig een middenpositie te ‘ontdekken’. Die bold new theory blijkt wat slaapverwekkend.
Stoomcursus Filosofie van de Liefde
Dat wil niet zeggen dat dit geen leuk en zinvol boek is.
Zo is het heel een prettig leesbaar overzicht van het werk van eerdere filosofen, onderzoekers en stromingen. Zo legt ze Arthur Schopenhauer, Cristopher Ryan & Cacilda Jethá, Robert Nozick, Sue Johnson en vooral Helen Fisher als vertegenwoordigers van de biologische stroming langs een kritische maatlat. Ze schetst de maatschappelijke (westerse) ontwikkeling van de liefde vanaf de Griekse oudheid en bespreekt onder meer het werk Beall and Sternberg, Nietzsch en de Beauvoir. Het meest voelt Jenkins zich verwant met Bertrand Russel, niet alleen beroemd wiskundige maar ook baanbrekend met zijn ruimdenkende gedachten over liefde en huwelijk. (Niet voor niets heeft Russel een ereplaats in onze eigen galerij van portretten van beroemde nonmonogamisten.). Ze fileert al deze perspectieven en haalt daaruit de waardevolle aspecten en combineert die in een duaal biologisch-maatschappelijke karakter van de liefde. Niet heel verrassend, maar wel redelijk kritisch onderbouwd.
Een les in vooroordelen
Het is ook leuk, en confronterend, hoe Jenkins door het boek heen de maatschappelijke vooroordelen fileert die in de loop der tijd de rol van de liefde hebben bepaald. Vanaf de Romantiek tot het midden van de vorige eeuw was het doel van de liefde om een man en vrouw, emotioneel en fysiek tot elkaar aangetrokken, te verbinden in een stabiel huwelijk, om vervolgens kinderen op de wereld te zetten. Stapje voor stapje zijn die vooronderstellingen gaan schuiven, en daarmee zijn de normen rond liefde ook veranderd. Voorbehoedsmiddelen maakten het krijgen van kinderen tot een optie. Langere levensverwachting en toenemende welvaart maakten een levenslang huwelijk niet langer vanzelfsprekend. Het instituut huwelijk kwam zelf op de tocht en werd ongetrouwd samenleven normaal. Recenter ging de heteronormativiteit op de schop. Op dit moment ligt de gendernormativiteit onder vuur. De mononormativiteit houdt, helaas voor polyamoristen, nog wel even stand, maar ook daar begint beweging te komen.
Eigenlijk beschouwde ik mezelf als zeer ruimdenkend rondom de liefde en meende ik geen last te hebben van dergelijke vooroordelen. Totdat Jenkins het begrip ‘amatonormativiteit’ introduceert. Amatonormativiteit zegt dat romantische liefde de normale of ideale conditie is voor een gelukkig en vervullend leven en dat dus een leven zonder liefde imperfect of abnormaal is. Ik realiseerde me opeens dat ook mijn ruimdenkendheid maar relatief is en dat ik impliciet en onbewust amatonormatief ben. Ik heb de liefde zó lief, dat ik dat iedereen gun en het verdrietig vindt voor iedereen die de liefde niet kent in hun leven. Maar dat is natuurlijk flauwekul. Waarom zou een leven zonder liefde niet vervullend kunnen zijn? Ik projecteer kennelijk ook. Een confronterende maar welkome les in vooroordelen. Carrie Jenkins laat ons daar voorbij kijken en geeft zo een hoopvol perspectief op de toekomst van de liefde.
Geen must, maar wel interessant
What Love Is is prettig en toegankelijk geschreven. Niet een boek voor elke polyamorist. Verwacht geen praktische handvatten of therapeutische inzichten. Het boek geeft wel interessante achtergronden en hoopvolle perspectieven. Voor wie dat aanspreekt, is het zeker de moeite waard.
Geef een reactie