
Het delen van vrije liefde heeft een oude relatie met de idealen van wereldvrede. Artikel over ‘make love not war’ in de sixties. Hoe actueel is dat nu?
Angst in The Sixties
‘Make love, not war’ was de slogan van de hippy’s in de flower power tijd van de jaren ’60. De jongeren van toen komen dan in verzet tegen de oorlog van Vietnam. Zij zijn opgegroeid in de tijd van de Koude Oorlog. Een periode waarin er veel angst is voor een atoomoorlog tussen de USA en de USSR.
Eén van mijn onderwijzers is als militair in Korea geweest. Hij vertelt over een of ander rood gevaar dat de wereld zal overspoelen. Mijn ouders lachen daar weer om. Als kind ben ik me voortdurend bewust van de mogelijkheid dat er een enorme bom gaat vallen die alles wat ik ken, kapot kan maken. Het maakt een woordloos verzet wakker...
De Cubacrisis is een spannend punt in deze periode. De wereld houdt de adem in, vooral als duidelijk wordt dat Sovjetschepen met kernkoppen aan boord de quarantainezone dicht genaderd zijn.
Het komt bijna tot een kernoorlog, waarvan pas later duidelijk wordt hoe dichtbij dit is geweest. Alleen de koelbloedigheid van een Russische ondercommandant op een onderzeeboot voorkomt dit. Hij weigert de inzet van nucleaire torpedo’s te fiatteren. Op het nippertje komen we uit de escalatie terug.
Beter langharig dan kortzichtig
We denken misschien met nostalgie terug aan de jaren’60, alsof dit een vredige tijd was vergelijken met nu. Maar de sixties zijn vergeven van bloedige aanslagen (Kennedy, Martin Luther King) dreigingen en afslachtingen op wereldniveau. Vietnam is daarin een pijnlijk dieptepunt. Maar liefst 2,5 miljoen Vietnamezen verliezen het leven. Hun land is nog jaren verpest door bombardementen en gif.
Als klein kind eet ik mijn ontbijt met mijn ouders, mijn broertje en mijn zusje, terwijl de radio op tafel aanstaat. Het journaal van 8 uur komt dan door ether. Ik eet mijn dubbele boterhammen met hagelslag, terwijl het aantal vliegtuigen wordt gemeld dat bommen heeft gedropt boven Noord Vietnam of Cambodja. Ik drink mijn glaasje melk, terwijl ik hoor hoeveel bommen het waren geweest en van welk soort. Soms hoor je het ronkende geluid van de motoren of de inslagen van de bommen op de radio. Dan weer zijn het alleen droge opsommingen, waar verschrikkelijke werkelijkheden in doorklinken. Mijn fantasie vult de rest op
Het debacle ‘Vietnam’ leidt tot een tegenbeweging en protesten op ongekende schaal. Vooral onder jongeren. Er groeit een duidelijke vredesbeweging die steeds meer aanhangers krijgt. Vredesactivisten uiten protest tegen de oorlogsdreigingen, tegen geweld en tegen racisme.
Er ontstaat een tegencultuur waarin de idealen van geweldloosheid, strijd voor burgerrechten, feminisme en vrijere seksuele moraal samenvallen. Ondersteund door en verbeeld via een kleurrijke generatie van nieuwe films, muziek, boeken en musicals (Hair).
Make love not war
Aan verschillende mensen wordt de kreet ‘make love not war ‘ toegeschreven. De zanger Rod McKuen en een hoogleraar Gershon Legman van de Ohio University. John Lennon schrijft een song ‘Make love not war’ , een zeer populair nummer in die tijd. Gevolgd door ‘Give Piece a Chance’
De slogan ‘make love not war’ is in ieder geval gericht tegen elke vorm van oorlogsdreiging. Deze tekst wordt ook na de jaren zestig nog gebruikt. In elke wat grotere antioorlogdemonstratie is hij wel terug te vinden.
Vrije liefde
Het beeld van ‘vrije liefde’ ontstaat als onderdeel van de seksuele revolutie in de sixties. Waarbij seksualiteit als fijn en goed wordt gezien. Losgekoppeld van de menselijke voortplanting en niet meer onderdeel van een maatschappelijk kader van de monogamie. In plaats van één-op-één gereguleerde kerngezinnen, is er plek voor een veelheid aan relaties, waarbij mensen vrij zijn om met velen seks en liefde te delen.
Deze vrije liefde heeft oude wortels in de subculturen van communes, waarvan de voorlopers al uit de 19e eeuw stammen. In de Oneida Commune bij New York is iedereen met iedereen getrouwd. Hier liggen links met socialisme en anarchisme. Idealen waarin ‘samen delen’ en ‘stoppen met beperkte kaders’ volop samenkomen.
Make love not war in de 21e eeuw
De kreet ‘make love not war’ is naar mijn idee op te vatten als een geniaal en tegelijk eenvoudig protest tegen oorlogshysterie én tegelijk de beperkingen die mensen uitsluiten en isoleren in de liefde. De gestolde vorm van wij-zij wordt opengebroken. Zowel op het gebied van macht en geweld gericht op de ander, in de oorlog. Als het in bezit nemen van elkaar in relaties. Hoe verschillend de gebieden van liefde en oorlog ook lijken, er zijn overeenkomsten.
Het gaat er volgens mij uiteindelijk gewoon om hoe we met elkaar omgaan. Of we bereid en in staat zijn de ander te zien als iemand die vrij en zichzelf is. Die met ons verbonden is, maar die niet ons eigendom is en die we niet willen overheersen. Of wel onze wapens kunnen neerleggen en de ander niet opsluiten en gevangen houden.
Of we mensen met minder macht en minder rijkdom zien als anders, minder of tegenstander. Dan wel dat we hen zien als mens, gelijkwaardig en ‘naaste’. Geen verre vijand, maar een buurmens. Of we mensen zien als een verzameling afgegrensde kerngezinnen. Dan wel een soort dat in netwerken leeft die veel verder reiken dan ons directe bloedverwanten. Tenslotte zijn we genetisch zwaar verwant.
Wat ons bindt, is groter en dieper dan wat ons scheidt
Wie vasthoudt aan bezit – van geld, van een mens, van land, van een partner, van een kind – heeft veel te verliezen. Uit angst en agressie moet je dan je huwelijk en je land beschermen op een gewelddadige manier. Als je ziet dat het ‘bezit’ ook maar een idee in je hoofd is, wordt het anders. Bezit is uiteindelijk een illusie. Er is niets om te bezitten, maar we kunnen zoveel delen…