
Vrijgevochten en uitgesproken, lesbische feministe en schrijfster. Portret van een Amerikaanse in Parijs. Naar aanleiding van haar boek ‘De DerdeVrouw’; het relaas van één van de vele bewogen liefdes-episodes uit haar leven.
Een jonge vrouw publiceert haar eerste gedichtenbundel.
Het vindt weerklank bij lezers en krijgt goede kritieken in de pers, al wordt over het specifieke karakter een beetje heen geschaatst. Totdat een artikel in een wat meer op sensatie gericht blad kopt met: ‘Sappho zingt in Washington’.
Pa ziet de reputatiebui al hangen, koopt de drukplaten en resterende exemplaren, en laat ze vernietigen.
Het jaar is 1900, plaats van handeling Washington en Parijs, de jonge vrouw Natalie (geboren 1876), haar vader de steenrijke spoorwegmagnaat Albert Clifford Barney, het boek Quelques Portraits-Sonnets de Femmes (vrij vertaald: Enkele Portretten van Vrouwen in Sonnetvorm), met illustraties van de hand van moeder Alice Pike Barney (zoals ook het portret hierboven uit 1897).
Het geeft aan in welke tijd en omgeving bepaalde onderwerpen onderdrukt zullen worden.
Niet dat vader Barney een brave puritein was, maar toen stonden mannen zichzelf veel toe, aan hun echtgenotes en dochters bitter weinig, behalve braaf thuis blijven. Zeker niet kunstzinnige aspiraties nastreven zoals moeder Alice, en al helemaal niet vrij en openlijk een libertijns lesbische leefstijl er op nahouden zoals dochter Natalie.
Maar wat aan het licht wil, valt niet te smoren. Zeker niet na het kiemen.
De jonge vrouw zal haar ware karakter nooit verloochenen, en vader heeft ook niet het eeuwige leven.
Wanneer hij in 1902 overlijdt, voorziet Natalie’s deel van de erfenis haar levenslang met een jaargeld dat haar financieel onafhankelijk maakt, en toestaat haar leven te leiden naar eigen inzicht en keuze.
‘Ieder nadeel heb s’n foordeel’, zoals een filosoof ooit opmerkte.
In de VS van de tweede helft van de 19e eeuw zoekt het nieuwe geld zijn culturele status in Europa, vooral in Parijs, de Lichtstad. Fortuin vergaren in de VS, een vakantiehuis aan de Atlantische kust, en voor onderwijs en cultuur naar Europa.
Zo wordt Frans voor de jonge Natalie haar tweede moedertaal, Parijs de stad waar zij uiteindelijk thuis zal zijn.
In 1909 neemt zij haar intrek in 20, rue Jacob, waar zij 60 jaar lang een salon houdt op de vrijdagavonden. Een stoet aan literaire beroemdheden zal er langskomen. Om er te praten over moderne kunst, muziek, literatuur, waarbij het haar vooral te doen is om schrijfsters en hun werk onder de aandacht te brengen. Een paviljoen in de tuin, de ‘Temple de l’Amitié’ doet dienst als ontmoetingsplek en podium voor poëzie- lezingen en toneelvoorstellingen. De voor die tijd gewaagde onderwerpen die ten tonele kwamen bezorgen haar een roemruchte reputatie.
Een vriend, de dichter en filosoof Remy de Gourmont, noemde haar de ‘Amazone van de Rue Jacob’. Een bijnaam die zou blijven.
Ze leefde een lang en bewogen leven. Met vele relaties, van kortere of langere duur, verschillend in hevigheid, en vaak meerdere tegelijkertijd. Ze onderscheidde liaison, demi-liaison, of affaire. En ja, zelfs een ‘épouse’; met Elisabeth de Gramont heeft ze een langdurige relatie, beklonken met een onderling contract. Dat wil zeggen, naast de 50-jaar durende verhouding met Amerikaanse schilderes Romaine Brooks. En andere (demi-)liaisons en affaires. Want voor Natalie was duidelijk dat monogamie geen optie was.
“Ik bestrijd de wijdverspreide sekte, die belijdt de leer,
dat elk te kiezen heeft één vrouw
of vriend; de rest – hoe schoon en wijs ook – nauw
een blik zelfs schenken mag”
(Percy Bysshe Shelley – 1821, citaat p.32 in de roman waarover later meer)
Haar eigen literaire oeuvre, tot stand gekomen ondanks haar drukke bestaan als minnares en geliefde, salongastvrouw en activiste, is ondergesneeuwd door haar roemruchte leven. De Amerikaanse in Parijs die schrijft in het Frans krijgt noch in het één noch in het ander land voet op letterkundige bodem.
Ze overlijdt in Parijs in 1972, 95 jaar oud.
Roman als zelfportret.
Wikipedia is een schatkist aan feitelijk materiaal, goed gedocumenteerd. Betrouwbaarder dan menige andere site of artikel waarbij je je vaak moet afvragen wie wat van wie heeft overgeschreven.
En waar kun je beter terecht voor de poëzie achter de prozaïsche feiten dan bij de bron zelf?
Wie over zichzelf schrijft is eerder met enige skepsis te benaderen waar het de feiten betreft, maar wat de schrijfster bezig houdt en na aan het hart ligt, weet zij als geen ander.
Rond 1926 schrijft zij “Amants féminins ou la troisième¨. Pas in 2013 uitgegeven, en onlangs verschenen in Nederlandse vertaling.
‘De Derde Vrouw’ – een leeservaring
“Deze roman is gebaseerd op de aantekeningen van N. De scènes en observaties in de derde persoon zijn afkomstig uit de objectieve pen van haar beste vriend: de auteur.” (p.35)
Hoewel, roman? De discussie over de karakteristiek en genre-indeling laat ik graag over aan de letterkundigen. De meeste lezers zullen bij het begrip ‘roman’ een andere voorstelling hebben: een doorlopend verhaal, een intrige met een duidelijk slot. Niet met een afsluiting als: “Eind (er is geen eind)”(p.189).
De personages worden aangeduid met een initiaal L, M, N.
Of met een omschrijving:
NO, of de Nieuwe Ongelukkige; R, of de Liefste Vriendin; De-vrouw-van-wie-N-het-meest-heeft-gehouden.
Het betreft alles behalve fictieve karakters, en het verhaal is gebaseerd op een gegeven uit Natalie’s leven in de 1920er jaren.

Natalie in 1920, geschiderd door vriendin Romaine Brooks
L(iane de Pougy), vriendin en voormalig geliefde van N(atalie Clifford Barney), heeft wat tegenvallers in haar privéleven. Na jaren als één van de bekendste courtisanes van Parijs, stapt zij in het huwelijksbootje met een prins van het huis Ghika. Beide echtelieden hebben hun affaires, maar uiteindelijk zal het stranden wanneer de Prins ervan doorgaat met een minnares van de prinses…
Je kunt het niet verzinnen.
N, die ontrouw kan zijn in de liefde, is uiterst loyaal in de vriendschap: “wanneer ik eenmaal vriendschap heb gegeven, neem ik die niet meer terug” . Als trouwe vriendin onderneemt zij actie ter ondersteuning en afleiding. N heeft op dat moment een avontuur met M(imi Franchetti), een Italiaanse barones, en meent dat L baat zou hebben bij een beetje flirten, een ‘amourette’, en opent de mogelijkheid voor L om bed en geliefde met haar te delen.
Een uitnodiging die wordt omarmd:
“Kort daarna verklaarde L, geagiteerd, na een avond met veel champagne waarbij ze uiteindelijk languit liggend op haar divanbed belandde, dat ze niet kon slapen, dat er ‘niets beters ter wereld was dan de lippen van M op haar lippen en de handen van N op haar lichaam’. Dus trokken M en N gelijktijdig hun smokings uit en gingen ieder aan een kant van L liggen,” (p. 84)
Wat als een zijweg bedoeld was, bleek een onvoorziene koerswijziging, een pad dat leidde naar een geheel andere verhouding. In haar aantekeningen vat zij het verloop van de verhoudingen als volgt samen:
N-M L,N,M N-L-M L-M,N L-M |
Zo smeuïg als dit gegeven ook lijkt, het verhaal doet er minder toe dan wat de schrijfster doormaakt en waarvan ons deelgenoot laat zijn. Want N die met goede bedoelingen het avontuur in gang zet, blijft alleen achter en wordt geconfronteerd met gevoelens van jaloezie en onmacht waarvoor ze dacht ongevoelig te zijn.
Het geeft de indruk van een uitgeschreven stroom van gedachten, een stenografie van een meditatie. Over de maalstroom van waarnemingen, gevoelens, gedachten over die gevoelens, overpeinzingen over die gedachten die naar aanleiding van een druk liefdesleven bovenkomen.
Ze is genadeloos eerlijk, vooral over zichzelf: “Oprecht tot op het wrede af” (p.29), en stellig in haar overtuigingen:
“N behoort tot een categorie wezens die misschien minder zeldzaam worden zodra het oude, aardse echtpaar voorgoed in diskrediet is gebracht, en iedereen mag blijven of weer worden wie zij is.
Op dat moment in de menselijke evolutie zullen ‘huwelijken’ niet meer bestaan, alleen nog verbintenissen van liefde en passie.”…
…“Trouw, het dode punt in een relatie, zal worden stopgezet en vervangen door een voortdurend opnieuw ontstaan.” (p.28)
Schaamtevrij erotisch:
“Op een dinsdagavond was ik koortsig van jaloezie toen ze bij me kwam met de frisheid van het Bois de Boulogne op haar wangen. Ze smeekte me om haar meesteres te worden, om haar bij me te houden en voor mezelf… En ik heb haar genomen, en opnieuw genomen, bezeten, en opnieuw bezeten,..
…”O vrouwenkus, bijna onmogelijke kus! – Een kus die met geen ander te vergelijken is! Onverzadigbaar – het woord drukt de dorst niet uit – willen we ook de ander soort kus. En ik leg haar onder mijn schouders, en zie haar gezicht in de verte tussen haar borsten door. – Haar gezicht waar al onze lustgevoelens van afspatten… En haar stem klinkt opgetogen: ‘Vrouwen moesten eens weten! Ze moesten eens weten!’.” (p.46)
Met dialogen die zo in een filmscript kunnen:
“M: ‘Luister, er is maar één ding puur en zuiver aan jou, en dat is je mond – zolang je niet spreekt… Maar als ik bedenk dat je die aan haar gaf…’
N: ‘Maar mijn mond is van jou! Wil jij hem waar ik hem ook voor wil?’
M: ‘Je mond, zonder woorden?’
Toen pakte N de laatste roze kaars en deed zachtjes de deur dicht.”
(p.89)
Niet echt een pageturner dit boek, en eigenlijk ook niet aan te bevelen het in één ruk uit te lezen. Het is al even bedwelmend als de roes waarin het lijkt te zijn geschreven. Zo bescheiden als de omvang is (zo’n 190 bladzijden, inclusief een uitstekend voorwoord door Fleur Pierets, informatief en enthousiasmerend), zo rijk is de inhoud. Bijna geen pagina waaruit niets te citeren valt; in mijn pdf-exemplaar heb ik 374 notities gemaakt zegt mijn app.
Doorspekt met formuleringen om van te smullen:” Haar handen zijn gretig en hebberig, haar vingers gestrekt – als om niet te hoeven bidden.”(p.21)
Of: ¨…onbescheiden als een bedreven priester, kuis als een wijwatervat dat door alle aanrakingen bezoedeld is.”(p.22)
En vooral: “Elke verveling moet een doel hebben –” (p. 26). Onweerstaanbaar Cruyffiaans.
Dus…
Eerder benaderen als een grote doos pralines van je favoriete chocolatier: mondjesmaat verorberen, savoureren, en laten bezinken.
Lezen, dit boek. En herlezen.
BRONNEN
–Natalie Clifford Barney: De derde vrouw (‘Amants féminins ou la troisième’), vertaald door Saskia Taggenbrock, met een voorwoord van Fleur Pierets, Velvet Publishers Amsterdam
-Suzanne Rodriguez: Wild Heart: A Life: Natalie Clifford Barney and the Decadence of Literary Paris (2003; ISBN: 9780060937805)
–Wikipedia: Natalie Clifford Barney ; artikel in het Engels; veel uitgebreider dan de Nederlandstalige pagina, maar laat zich gemakkelijk door de browser vertalen. Al levert dat soms wat vreemdsoortige resultaten op, is het niettemin zeer bruikbaar. (Zo is ook de Franse versie goed te lezen)
AANBEVOLEN – ter verdere ontdekking
Zowel de boog, de pijl, als het doelwit. Over Natalie Clifford Barney, artikel door Fleur Pierets
Interview met Natlaie Barney (1966)
The Ladies Almanack – een sleutelroman uit 1928 van Djuna Barnes met Natalie Barney als de spil van lesbische kringen in het Parijs van de 1920er jaren. In 2020 Verfilmd door Daviel Shy.
Geef een reactie